Podium

Eddy Vereycken blijft koortsachtig bezig

“Ik las vandaag een Joodse spreuk,” zegt Eddy: “‘Hou u maar met één ding bezig. Verspreid u niet over meerdere dingen.’ Nee, dat lukt me niet, dan word ik zot.” En inderdaad, het wordt een gesprek dat van de hak op de tak springt, waarbij de ene illustere naam na de andere valt, de ene periode naadloos aansluit met die van 10 jaar later. 67 jaar heeft hij ondertussen overbrugd, maar energie zat. Speelplezier blijft hem drijven, alleen dat, zodat de grens tussen rol en leven voor altijd lijkt te vervagen.

Eddy Vereycken (°Niel, 1952) woont intussen al een kleine zeven jaar in Merksplas. “Ik dacht dat ik de stad vreselijk zou missen, maar wonderwel ben ik hier ondertussen geaard.

Raar hoe het allemaal liep, dat moet ik wel zeggen. In mijn jonge jaren was ik een semi-profvoetballer bij The Great Old, en trainde nog met de UEFA-junioren. Ik shotte graag, en ik had geen moment het idee dat ik ooit in het theater zou belanden. Maar ja, voetballen zorgde voor blessures, en ik kon op een zeker moment niet langer mee. In de jaren ’70 studeerde ik af en werd ik reisagent in Lier en Mechelen voor Ultramontes. Ik leidde een heerlijk leven; soms kon ik het kantoor gewoon een tijdje sluiten om te gaan gidsen in het Zwarte Woud. Toch liet ik me op een zeker moment meetronen naar theateraudities: in dezelfde week deed ik die aan Herman Teirlinck, én aan die van het Antwerpse conservatorium. En geloof het of niet, maar ik kon bij allebei beginnen. Ik werd er onthaald als een ontluikend talent.”

Na de staking

“Zo begon ik aan mijn opleiding. Door mijn voetbalverleden zat ik toen echt nog goed in shape. Dora Van der Groen zat daar toen aan mijn lijf te prutsen, maar je kon er echt wat leren. Ik zat er met mannen die het nadien gemaakt hebben: Warre Borgmans, Sam Bogaerts, Vic De Wachter, … De Studio was echt een luxe. Maar even later brak daar een langdurige staking uit. Uit geldgebrek ben ik toen wat beginnen schilderen, en die schilderijen verkocht ik deur aan deur. Nadien ben ik een tijdlang vrachtwagenchauffeur geweest. In de files leerde ik mijn Shakespeare. Of ik kon beginnen als steenkapper bij een begrafenisondernemer in Hulst, maar dat was ongezond werk. Ik ben altijd een onafhankelijke jongen geweest; een baas boven mij kon ik moeilijk verdragen.

Jo Gevers moedigde me wat later aan om een auditie te doen bij het Gentse conservatorium. Jo zag een Laurence Olivier in me; die looks had ik nog altijd. Ik kreeg er al snel een rol als Hamlet, en dat was het begin van mijn carriere. De critici waren lovend, en betitelden me als een ware Shakespeare-acteur. Ik kreeg rollen bij de KNS, de KVS, het NTG, …”

Toneel is vrijuit spelen

“Maar de schoonste ervaringen had ik buiten die gezelschappen. Ik herinner me een openluchtvoorstelling met Mark Verstraete, waarbij het plots begon te regenen. Het publiek zat knus overdekt, maar de kleren plakten aan ons lijf. In een onbewaakt moment zeiden we tegen elkaar: “Doen we verder?” “Natuurlijk, ’t is theater.” Zo’n dingen, dat spelplezier, dat is de kern van theater. Ik heb meer geleerd in de refter dan in de klaslokalen.

Dat spelplezier, dat is de kern van theater .Eddy Vereycken

Uit de jaren tachtig herinner ik me nog de stukken die ik schreef voor mijn gezelschap uit Gent, het Gents Universitair Theater, die we een vijftal avonden spelen. Critici als Paul Arias en Wim Vangansbeke kwamen daar op af en bewierrookten ons. Veel te laat, want het was al terug voorbij. Of we speelden een stuk waarin in mijn tekst zowel Canettis Massa en Macht, Don Quichote en het verhaal van de Jim Jones’ sekte gecombineerd werden. Ik was toen in de ban van het werk van Tadeusz Kantor, en dat ben ik sindsdien altijd gebleven. Of we openden het Gentse Minnemeers met een bewerking van Menuet van Louis-Paul Boon. Zijn weduwe, Jeanneke de Wolf, was er ook bij, en loofde ons: ze was in de wolken over de enscenering. Ik zat met de technici avonden te knutselen en te werken aan het decor. We maakten hele voorstellingen, en dat is misschien wel de essentie.

Directeur

Eddy Vereycken: “Ik heb meer geleerd in de schoolrefter dan in de klaslokalen.”

Ik ben nog een tijd directeur van het NTG geweest, in een team met o.a. Pjeroo Roobjee, Hugo Claus, Johan De Boose, … Met die laatste deel ik mijn fascinatie met Kantor, en veel vriendschap. We maakten en speelden met dat NTG goede stukken, en werden daardoor ook beloond met goede subsidies. Maar duren bleef het niet; na een tijdje was er een hele ontslagronde.”

En dan was ik ook nog een tijdje directeur van het Theater Zonder Toegevoegd Zout, een kleine zaal in Sint-Niklaas, waarmee we experimenteel theater brachten. Een dolle, creatieve tijd.

Eddy Vereycken
Eddy Vereycken als Freddy in Freddytex, 1994. Foto: eddy-vereycken.com

De filmschool

“Aanvankelijk had ik mijn eigen toneelschool in Antwerpen. Elk schooljaar sloten we dat af met de voorstelling van de eindwerken, de Café Exits. Magnifieke voorstellingen, waarbij het publiek in het midden in een cirkel zat, en de acteurs op muziek van Rammstein (Kantor achterna) daarrond liepen. De studenten bedachten alles: monologen, dialogen, kostuums, decors…

Een zevental jaar terug kocht Hilde, mijn partner, het huis van haar ouders in Merksplas. We verhuisden, en verbouwden de stal tot een lesruimte. Daar begon ik ook met mijn filmschool. Het klaslokaal is een gekke wereld, met opgezette vogels en nog heel wat curiosaspullen. Ja, ik heb nog een tijdje in die dingen gehandeld, maar ik heb daar meer van bewaard dan verkocht. Ik krijg dat ook niet over mijn hart.”

Liefhebbers

“Ik werk er met liefhebbers, zoals ik ze noem, niet met amateurs. Enkele tieners, wat dertigers, een man van 40 en een vrouw van 60: een groep die mekaar niet kent, maar op het laatst een film creëert van pakweg een kwartiertje en aan mekaar blijft klitten. Die film schieten we in de omgeving: de kleiputten, het kapelletje van Nazareth, de Chapeau, …

Die filmschool heeft mijn naam, inderdaad. Net zoals de Studio Herman Teirlincks naam droeg. De mensen komen nu eenmaal op het ventje af. Ik kom met mijn rollen in de vele Vlaamse tv-series immers bij iedereen in huis. In oktober 2020 start een nieuw seizoen. Ja, ik maak daar nu graag wat reclame voor.”

Schrijven

“In 2009 won ik de debuutprijs voor de roman Mijn handen zijn gelijk de jouwe, waarin ik een ode bracht aan mijn moeder en afrekende met de witte jassen die haar behandelden. Die prijs was een prikkel om verder te schrijven. Dat doe ik nu dag in dag uit. Tegen Kerstmis moet mijn biografie in de boekhandel liggen. De werktitel is al een tijdje ‘Ed Eyck. Een schelm die bleef schrijven tot het vel van zijn gebeente viel.’ Aanvankelijk was het een trilogie, maar nu wordt het een boek in drie delen, resp. Kracht, Schoonheid en Wijsheid. 700 pagina’s, en ik heb er drie jaar aan geprutst. Nu is de tijd aangebroken om te schrappen. Dat is schrijven nu eenmaal, veel schrappen.

Eddy Vereycken in ‘Happy Together’, een film van Peter De Coster, 2008. Foto: Kris Dewitte/eddy-vereyken.com

Scenario’s heb ik ook nog liggen. Ik heb de rechten terug verkregen van mijn boek ‘Prooi van een bezeten liefde’, dat gebaseerd is op mijn ervaringen toen ik een tijdlang gestalkt werd. Het zou een mooie whodunit-serie kunnen worden in twaalf afleveringen. Scenaristen zijn zowat de meest onderkende, en daardoor ook ongewaardeerde, mensen. Maar die maken toch de film of de reeks? Als kijker staar je je blind op de acteurs, maar het verhaal werd toch door de scenaristen uitgeschreven op papier? Ik ben verkikkerd om de Scandinavische detectives op Netflix. Zo mooi, zo degelijk. Vlaamse series boeien me niet zo erg, omdat ik zo vaak samenspeel met mijn collega’s. Maar ik ben wel een fan van Professor T, waarin ik zelf meespeelde, en ook van Over Water.

Eddy Vereycken als Bassa Selim in ‘Die Entführung aus dem Serail’, Zomeropera in Alden Biesen, 2009. Foto: www.zomeropera.be

Met Het Heidebloempje

“Ik kijk ook uit naar de regie die ik in het volgende seizoen bij Het Heidebloempje doe in Merksplas. We spelen dan Deuren Durnez vzw, een blijspel van Jeroen Maes, dat vorig jaar in het EWT liep. Het is een deurenkomedie, een intelligente billenkletser vol oneliners.”

One man

“Mijn ultieme droom is nog de opvoering van een onemanshow. Een met een boodschap. Hoe kan ik immers in deze tijden geen boodschap verspreiden? Het moet een statement worden tegen het populisme, voor het klimaat.

Ik dweepte vroeger met Toon Hermans. Net als hem, wil ik mensen laten lachen. Dat is de essentie, ze laten lachen en daarbij nog wat wijze dingen zeggen. Zonder op mensen te kappen, maar wel met woordenspelletjes, wat fijner dan de huidige stand-uppers. Ik wil niemand schofferen, maar er wel wat slimheid in stoppen. En met wat muziek er in.

Ik ben en blijf wel een twjfelaar. Twijfel is een goede inslag om dingen te doen, om dingen te creëren. Zo blijven we voor altijd bestaan.”

Start opleiding

De toneel- en filmschool van Eddy Vereycken gaat van start op zaterdag 3 oktober 2020 in Meyenbos, Merksplas. Iedereen is welkom vanaf 12 jaar tot 17 jaar en van 18 jaar tot onbeperkt…

Zie ook
De website van Eddy Vereycken

Reageer

Back to top button